De kerk

In de Hope Avenue Christelijk Gereformeerde Kerk droeg mijn moeder, zoals ik me als kind herinner, een zwarte cape van zeehondbont. Als het koud was, was het bont warm als ik tenminste mijn handen en wangen erin kon begraven. We liepen naar de kerk en dat duurde 20 tot 30 minuten. De diensten duurden twee uur. Halverwege de preek zongen we een psalm. Voor mij leek het een preek, dan een psalm zingen, en dan weer een preek. Ik ging verhaaltjes verzinnen over de mensen die om ons heen zaten. In de zomer wapperden de mensen zichzelf koelte toe met hun handen en andere “waaiers”. De diensten waren in het Nederlands. Dominee Bouma begon met Engelse diensten (ik was toen al 20 jaar). In die tijd was er niets Nederlands. Alleen de Nederlandse Bijbel werd drie keer per dag gelezen, van Genesis tot en met de Openbaringen. Ook mijn vader bad aan tafel in het Nederlands. Maar thuis spraken we alleen Engels, nooit Nederlands.

De catechisatie was op zaterdagmorgen en werd gegeven door de dominee. Ik ging daarheen vanaf mijn 10de, later werd dat woensdagavond.

Na de kerkdienst was er zondagsschool en er was zangles op vrijdagavond. De meisjesclub en de jongensclub waren op donderdagavond. We gingen daarheen als we 16 waren. Bijna iedereen werkte als hij/zij 16 jaar was!