Hello

Het huis had drie slaapkamers boven. Later werd er een vierde slaapkamer bijgebouwd. Het was er koud omdat hij niet boven de begane grond gebouwd was (waarschijnlijk dus boven de inrit. C.L-B). We sliepen twee aan twee in een tweepersoonsbed. Toen Jerry te groot werd voor het kinderbedje in de slaapkamer van mijn ouders kreeg hij de middelste slaapkamer waar Clara alleen had geslapen. Mijn oudste zuster was toen getrouwd en woonde dus niet meer bij ons (hier beide schetsjes van het huis invoegen).

In Jerry’s slaapkamer stonden twee naaimachines. Mijn zusters naaiden daar jurken, elke avond nadat ze thuis waren gekomen van hun werk. Beneden was een grote keuken, een eetkamer en een kleine salon. We gebruikten eerst kerosinelampen, die elke vrijdag schoongemaakt werden en opgepoetst. Later kregen we gaslampen. Toen ik ongeveer 16 was kregen we elektriciteit en een badkamer met toilet en badkuip. Voor die tijd werden we tot we 6 à 7 jaar waren in een zinken teil in de keuken gewassen. Daarna kregen we twee keer in de week een kan water mee naar boven om ons daar bij de wasbak te wassen. Onze tanden poetsten we aan de gootsteen in de keuken.

We hadden een potkachel in de keuken, die werd gestookt met kolen, de pijp kwam uit in de middelste slaapkamer. Ook was er een op kolen gestookte kachel in de eetkamer, die pijp kwam uit in de achterste slaapkamer. Er zaten roosters in het plafond rond de kachelpijpen en dat was de enige verwarming die we in de slaapkamers hadden.

Er werd in het voorjaar en in het najaar “schoonmaak” gehouden. Alle muren en al het houtwerk werd twee keer in het jaar schoon gemaakt. Al het tapijt, zelfs het “muur tot muur”-tapijt (dus wat we nu “vaste vloerbedekking” noemen, C.L-B.) werd buiten met de mattenklopper bewerkt. Dat betekende wel dat alle spijkers uitgetrokken moesten worden! Om het weer netjes neer te leggen moest ik met een tafelinlegblad het tapijt glad strijken en mijn moeder spijkerde het dan vast. De plafonds werden schoongemaakt, de vitrage en gordijnen gewassen en ook werden alle schilderijen schoongemaakt. De buitenkant werd iedere week geschrobd, speciaal de luiken. De voor- en achterveranda en de linoleumkeukenvloer werden twee keer per week geschrobd. Al het meubilair werd iedere week in de was gezet. Maandag was wasdag. Alle witte was, lakens en slopen en ondergoed werden gekookt in een ketel, die op een houtoven stond. De spullen werden daarna met een houten stok uit het kokende water gehaald.

Mijn vader droeg gesteven witte overhemden onder zijn overalls als truckchauffeur. Dat beschermde hem tegen de kou. Alles werd iedere week rauw gesteven. Ook werden onze “Petticoats” (niet de petticoats van de jaren 60!, dit waren gewoon onderrokken. C.l-B.) iedere week gesteven. Er bestond nog geen “wegwerp maandverband”, dat naaiden we voor onszelf en dat wasten en streken we ieder voor onszelf. En wij waren met vijf vrouwen!