Wijze les van de tuinman
Tijdens een busrit hoorde ik achter me een gesprek tussen wat kennelijk een tuinman was en zijn kleinzoon van een jaar of acht. Het begon met een verslag van het vele harde werk, de grootte van de tuin en hoe mooi die tuin was. Hij had er vele jaren gewerkt en doordat zijn verslag uitgebreid was kon ik me een aardige voorstelling maken van zijn werk en de tuin. Die tuin nu was van een oudere dame en als zij bezoek kreeg, showde ze trots haar bezit. “En dan zei ze tegen haar bezoek: ‘Kijk eens wat ik allemaal geplant heb?’”. De man achter me ging verontwaardigd verder met: “Maar dat had ze helemaal niet geplant, hoor. Dat had ík allemaal gedaan”. De beste humor is ongewilde humor, en die ligt op straat, of, in dit geval, in de bus. Als echtgenote van een werkgever kon ik me helemaal de houding van de eigenaresse voorstellen; ze had misschien niet geplant, maar waarschijnlijk had ze die tuin wel gepland en ze betaalde hem tenslotte voor zijn werk. Aan de andere kant kon ik zijn verontwaardiging voelen, en ik begreep die ook heel goed. De dame ging volkomen voorbij aan het aandeel dat hij in die tuin had.
Personeel wordt nogal eens over het hoofd gezien. Onderzoek heeft bijvoorbeeld aangetoond dat straatvegers ‘onzichtbaar’ zijn. Een psycholoog in opleiding (Fernando Braga da Costa) heeft, naar aanleiding van dat onderzoek, meegewerkt met een ploeg straatvegers en kwam erachter dat zijn universitaire collega’s hem niet zagen wanneer hij zijn rode uniform aanhad en een bezem in de hand. In de 8 jaar dat hij halve dagen als gari heeft gewerkt heeft hij zelfs nooit een ‘goedemorgen’ gehoord. Dat hij volkomen over het hoofd gezien werd op het moment dat hij op de onderste tree van de maatschappelijke ladder ging staan heeft hem zwaar geschokt. In India heten ze onaanraakbaren en is hun status een onderdeel van het kastensysteem. Een ongeschreven wet die mensen reduceert tot minder dan beesten, tot schoonmaakmachines. Hier is het niet zozeer een ongeschreven wet als wel een vastgeroeste maatschappelijke houding. Het treft ons niet, dus voelen we het niet aan. Ik kan me niet voorstellen dat we bewust anderen negeren, het is alleen maar een gewoonte. Een gewoonte waar we met een beetje goede wil verandering in kunnen brengen. Dat we vervelende karweitjes door personeel kunnen laten doen, maakt ons leven immers een stuk minder zwaar en geeft ons de mogelijkheid onze tijd ergens anders in te steken. We zouden ongeschoold personeel dankbaar moeten zijn voor de armslag die ze ons geven.
Op naar een gezelliger samenleving. Mensen zijn in de eerste plaats mensen, onafhankelijk van hun sociale positie, en dan pas zijn ze hun functie in de maatschappij; niet andersom. We willen allemaal graag behandeld worden als personen en niet als dingen. Over de sociale status heen de mens zien die erachter schuilt, maakt het leven van die persoon menswaardiger. Waardering laten blijken voor gedane arbeid is vaak belangrijker dan een hoger salaris (artikel op internet). Ik weet dat personeel zich af en toe hufterig weet te gedragen, maar dat geldt ook voor ons, werkgevers. Er wordt wel gezegd dat als je wilt weten of iemand een vriendelijk karakter heeft, je moet opletten hoe die persoon met personeel omgaat. Behandelt hij de ober en de bediendes respectvol en vriendelijk dan is hij werkelijk aardig. Behandelt hij bediendes op een arrogante manier dan deugt er van zijn vriendelijkheid niet veel, ook al gedraagt hij zich nog zo aangenaam tegen jou. Ik weet niet of het een onfeilbare test is, maar het is in ieder geval een interessante.
De tuin van de tuinman uit het begin van het verhaal was niet alleen van die dame, al zegt de wet van wel. Die tuin is ook van degene die een deel van zijn leven daarin stopt. Wat ervan gemaakt is, is niet alleen het gevolg van opdracht geven, regelen en betalen, het eindresultaat is mede tot stand gekomen door de inzet en de arbeid van die tuinman.
Aardige mensen behandelen hun personeel correct en met respect. Lieve mensen laten behalve dat hun personeel meedelen in de eer van de bereikte resultaten van hun werk.
Tineke Voorsluys
Terug naar: Tineke’s Blog